Wat een feest!
Wat een feest!
Een hospice in Jeruzalem – niet de eerste plek waar je een opgewekte sfeer zou verwachten.
Marta, jarenlang actief als muziekdocente en tot voor kort nog betrokken bij het kinderwerk in onze gemeente, verblijft er sinds kort. Afgelopen dinsdag besloten een vriendin en ik haar op te zoeken. We zagen er eerlijk gezegd een beetje tegenop. Toen we binnenkwamen, zag ze er bleek en moe uit. Maar toen ze hoorde dat er een muzikale ochtend op het programma stond, mét koffie en taart, leefde ze helemaal op.
De kleine huiskamer stond vol: vier ziekenhuisbedden, minstens evenveel rolstoelen, en een tafel vol lekkers – chocoladetaartjes, MonChoutaart, croissants met chocola en verse koffie. Verpleegkundigen serveerden koffie, en nog voordat iedereen zat, zette de pianist een mooi Israëlisch volkslied in. De arts – met stethoscoop nog om zijn nek – speelde mee op de fluit. Muziekboekjes gingen rond, en wie kon, zong uit volle borst mee.
Waar patiënten met gesloten ogen en bleke wangen waren binnengebracht, ontstond al snel een vrolijke, levenslustige sfeer. Er werd gezongen, geklapt, gelachen. Naast het personeel waren er ook gasten, en natuurlijk de muzikanten. De gitariste had haar man en tweejarige dochtertje meegenomen, die echt contact maakten met de verschillende patiënten. “Marta! Marta!” klonk het en het kostte weinig moeite om haar over te halen: met haar 81 jaar speelde ze vanuit haar rolstoel een opgewekt deuntje op de piano.
Een Joodse verpleegkundige hielp een Arabische patiënte uit haar stoel en samen deden ze een echt Arabische volksdans: iets waarbij de vingers een eigen leven lijken te leiden. De sfeer raakte me diep: de saamhorigheid, de teksten, de muziek. Uit alles bleek een diepe liefde - voor elkaar, voor de muziek, voor hun gezamenlijke vaderland, voor de God van Israël, voor het leven.
Aan het einde van de ochtend gebeurde er iets bijzonders: een Joodse patiënte, bleek, verzwakt en in een ziekenhuisbed, kon zich met moeite verstaanbaar maken. Toch wilde ze iets zeggen. Nadat ze de microfoon aangereikt kreeg, prees ze de Arabische verpleegster om haar liefdevolle zorg. Ze concludeerde: “Zij is écht een rechtvaardige vrouw!”
Dát noem ik zielzorg: met elkaar het leven vieren.
Deze column is geschreven door Esther, die al jaren met haar gezin betrokken is bij het werk van de NEM.